(schroeide toe, heeft toegeschroeid),
1. door schroeiing sluiten, doen dichtgaan; dichtschroeien: door de vinger aan het vuur te houden waren de kleine gaatjes, die de tanden van de slang er in gedrukt hadden , toegeschroeid;
2. (oneig.) (van het hart, het geweten enz.) onontvankelijk maken voor goede gedachten en gevoelens, afstompen: ten aanzien van zulke dingen was zijn geweten toegeschroeid.