Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Structureel

betekenis & definitie

1. bn., de structuur betreffend of daaruit voortkomend: structurele verschillen; structurele werkloosheid; de structurele taalwetenschap, de phonologie;

2. bw., uit een oogpunt van structuur: structureel zijn deze soorten nauwelijks te onderscheiden;
3. bn., een structuur hebbend: een structureel geheel.

< >