(schetste, heeft geschetst),
1. in hoofdlijnen tekenen, een onuitgewerkte tekening, een schets maken (van): figuren, standen schetsen ; een tekening in houskool schetsen en later met conté optekenen;
2. (zeew.) de kust schetsen, aftekenen, opnemen;
3. met woorden in hoofdtrekken uitbeelden : iemands karakter schetsen : hoe u mijn lijden te schetsen? — (litt.t.) wie schetst mijn verbazing, hoe groot was mijn verbazing.