(overschitterde, heeft overschitterd),
1. een schittering verspreiden over: de tafel was overschitterd van gele en oranje bloemen;
2. iets of iem. in glans te boven gaan en daardoor overstralcn : schilderstukken welker zachte toon overschitterd wordt door de glans der omgeving;
3. iem. of iets in de schaduw stellen: zij overschitterde al de andere actrices.