Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Orangist

betekenis & definitie

m. (-en),

1. aanhanger van het huis van Oranje in de Nederlanden, inz. in de Patriottentijd;
2. Oranjevriend tijdens de Belgische Omwenteling: de Orangisten waren nog geen Vlaamsgezinden;
3. aanhanger van de protestantse Engelsgezinde partij in Ulster [genoemd naar koning Willem III van Oranje].

< >