Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onzuiver

betekenis & definitie

bn. bw. (-der, -st),

1. met vreemde, ongewenste bestanddelen vermengd: onzuiver water; — een onzuivere bron, veelal fig.: waaruit men niet de zuivere waarheid verneemt;
2. nog niet gezuiverd, ruw; — (veroud.) niet ontdaan van vuil: onzuivere handen;
3. niet verminderd met hetgeen er noodzakelijk moet worden afgetrokken, bruto: de onzuivere opbrengst;
4. min of meer afwijkende van de vereiste hoogte, richting, scherpte enz.: een uit de hand getekende cirkelomtrek is altijd min of meer onzuiver; in de hoge tonen is haar stem onzuiver; een onzuivere afdruk ; een onzuiver rijm, waarbij b.v. wel de volgende medeklinkers maar niet de klinkers geheel gelijk zijn; — een vreemde taal onzuiver spreken; zijn uitspraak van het Italiaans is zeer onzuiver;
5. in enig opzicht afwijkende van de juistheid, oprechtheid of behoorlijkheid: een onzuivere redenering; een onzuiver oordeel vellen; onzuivere bedoelingen ; — de onzuivere leer, niet volkomen orthodox;
6. onrein, wellustig: een onzuivere passie.