Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onschendbaar

betekenis & definitie

bn.,

1. niet geschonden kunnende worden, onverbreekbaar: het briefgeheim, het eigendomsrecht is onschendbaar.
2. als term in het staatsrecht: de wetten zijn onschendbaar, niet toetsbaar aan de Grondwet, zijn verbindend ook al zouden zij met de Grondwet strijden; — de koning is onschendbaar, kan voor zijn regeringshandelingen niet ter verantwoording worden geroepen, de minister is daarvoor verantwoordelijk.