Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Meug

betekenis & definitie

v.,

1. trek, lust, begeerte: tegen heug en meug eten, met tegenzin, wanneer men meer eet dan men lust; naar zijn meug eten, zo veel als men lust;
2. datgene wat men lust: wild is zijn meuge niet (Westvl.); (zegsw.) ieder zijn meug; ieder zijn meug, zei de boer, en hij at paardevijgen.

< >