Wat is de betekenis van meug?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

meug

meug - Zelfstandignaamwoord 1. lust, zin Het kind vond het eten niet lekker maar het at tegen heug en meug in om zijn moeder tevreden te stellen.

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

meug

(de) - dat is mijn meug niet, dat lust ik niet, dat is niet mijn smaak. Daarvoor heb je blijkbaar toch de subtiliteit of de perfecte timing van een echte acteur nodig. Of het smoelwerk van Jim Carey, als datje meug is. - DS, 22-08-2001.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Meug

lust

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

meug

lus, sin, begeerte, smaak.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Meug

s., meuch; tegen heug en —, tsjin heuch en meuch.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Meug

v., 1. trek, lust, begeerte: tegen heug en meug eten, met tegenzin, wanneer men meer eet dan men lust; naar zijn meug eten, zo veel als men lust; 2. datgene wat men lust: wild is zijn meuge niet (Westvl.); (zegsw.) ieder zijn meug; ieder zijn meug, zei de boer, en hij at paardevijgen.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

meug

v.; lust, zin, smaak: ieder zijn meug; tegen heug en meug, met grote tegenzin.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

meug

(meuch) m. [mogen] lust, zin, smaak : ieder zijn -; (naar) zijn eten, drinken, zoveel als men lust. ➝ heug.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

meug

m., 1. trek, lust, begeerte, alleen nog in vaste verb.: tegen heug en meug eten, met tegenzin, wanneer men meer eet dan men lust; ieder zijn meug.