Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Mechanisch

betekenis & definitie

bn. bw.,

1. door middel van werktuigen plaats hebbende, op werktuigen betrekking hebbende enz., machinaal: mechanische krachtoverbrenging; mechanisch geslepen lenzen;
2. betrekking hebbende op de mechanica : omzetting van warmte in mechanisch arbeidsvermogen;
3. op een werktuigelijke manier geschiedend of verkregen: een mechanische reproductie; — (bw.) oneig.: hij is zeer geleerd, maar werkt mechanisch; — zonder nadenken: iets mechanisch nadoen.