(<Fr.), v. (-en),
1. (ouderw.) grenslijn, grens;
2. (fig.) beperking, uiterste grens; — in de handel : hoogste prijs waarvoor gekocht en laagste prijs waarvoor verkocht mag worden ; — (wisk.) standvastige grootheid waartoe een veranderlijke grootheid zo dicht mogelijk kan naderen, maar waaraan deze nooit gelijk kan worden.