v. (-s),
1. kooi van vlechtwerk, bep. traliekooi voor vogels; in Z.-Nederl. het gewone woord, in het Noorden alleen dicht.;
2. (gew.) etenskas met een getraliede deur; soms: stolp (ook in de vorm kevik); 3. (Zuidn.) bed;
4. uitneembare binnenketel om in een autoclaaf te zetten.