Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Keihard

betekenis & definitie

bn. bw.,

1. zeer hard; — (sport) een keihard schot, een keiharde bal, een krachtig voortgetrapte voetbal; — (bw.) keihard trappen, schieten;
2. (fig.) zij zijn keihard, doodarm; — ook in toepassing op het gemoed: onaandoenlijk;
3. zeer luid: de radio keihard laten spelen.

< >