Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Indigo

betekenis & definitie

(<Fr.-Sp.),

I. zn.,
1. v., verfstof voor weefsels van prachtig blauwe kleur die uit verschillende planten, maar in hoofdzaak uit de tropische indigoplant, wordt bereid ;
2. v., indigoplant;
3. o., donkerblauwe kleur als van indigo, iets lichter dan marineblauw: het indigo is een der kleuren van het ontlede zonlicht;

II. bn., indigokleurig: een indigo japon.