Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie L
- Lindebloem
- Lindebloesem
- Lindeboom
- Lindeloof
- Linden
- Lindenbos
- Lindenhout
- Lindenlaan
- Lindenschors
- Lindepijlstaart
- Lindetak
- Lindethee
- Lineair
- Lineamenten
- Linesman
- Lingerie
- Lingeriewinkel
- Lingeriezaak
- Lingua mali pars pessima servi
- Lingua placabilis, lignum vitae
- Lingua toscana in bocca romana
- Linguist
- Linguistiek
- Linguistisch
- Liniaal
- Liniatuur
- Linie
- Liniedoop
- Linieerder
- Linieerinkt
- Linieerinrichting
- Linieermachine
- Linieerpen
- Linieerwerk
- Liniëren
- Linieschip
- Linietroepen
- Liniment
- Link
- Linken
- Linker
- Linkerarm
- Linkerbeen
- Linkerborst
- Linkerd
- Linkerdij
- Linkerduim
- Linkerelleboog
- Linkerhand
- Linkerhandschoen
- Linkerhelft
- Linkerheup
- Linkerhiel
- Linkerkaak
- Linkerkant
- Linkerknie
- Linkerlong
- Linkermouw
- Linkernier
- Linkeroever
- Linkeroog
- Linkeroor
- Linkerpols
- Linkerpoot
- Linkerschoen
- Linkerschouder
- Linkerslaap
- Linkervleugel
- Linkervoet
- Linkerwang
- Linkerzak
- Linkerzijde
- Links
- Linksaf
- Linksbinnen
- Linksbuiten
- Linkshandig
- Linksheid
- Linksom
- Linnen
- Linnenbak
- Linnenbleek
- Linnenbleker
- Linnenboom
- Linnendrukkerij
- Linnenfabriek
- Linnengoed
- Linnenhandel
- Linnenindustrie
- Linnenjood
- Linnenjuffrouw
- Linnenkamer
- Linnenkast
- Linnenkoper
- Linnenmeid
- Linnenmoeder
- Linnennaaien
- Linnennaaister
- Linnenpapier
- Linnenpers
