Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onafzetbaar

betekenis & definitie

bn., niet afgezet kunnende worden uit een ambt, een bediening enz.; voor zijn leven aangesteld, onder voorwaarde van niet te kunnen worden afgezet of ontslagen dan in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald: de rechters worden voor hun leven benoemd en zijn onafzetbaar.