Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie N
- Nietswaardig
- Nietszeggend
- Niettegenstaande
- Niettemin
- Nieuw
- Nieuwavond
- Nieuwbakken
- Nieuwbekeerde
- Nieuwbouw
- Nieuwdag
- Nieuweling
- Nieuwelinge
- Nieuwemaan
- Nieuwen
- Nieuwerwets
- Nieuwgebonden
- Nieuwgeboren
- Nieuwgemaakt
- Nieuwgemunt
- Nieuwgetrouwd
- Nieuwgeverfd
- Nieuwgevormd
- Nieuwheid
- Nieuwigheid
- Nieuwigheidje
- Nieuwigheidsbejag
- Nieuwigheidszucht
- Nieuwjaar
- Nieuwjaarsbezoek
- Nieuwjaarsbrief
- Nieuwjaarsdag
- Nieuwjaarsdicht
- Nieuwjaarsfooi
- Nieuwjaarsgeschenk
- Nieuwjaarsgift
- Nieuwjaarsgroet
- Nieuwjaarskaart
- Nieuwjaarskaartje
- Nieuwjaarskoek
- Nieuwjaarslied
- Nieuwjaarsmaand
- Nieuwjaarsmorgen
- Nieuwjaarsprent
- Nieuwjaarsreceptie
- Nieuwjaarsrekening
- Nieuwjaarsvisite
- Nieuwjaarsvogel
- Nieuwjaarswens
- Nieuwjaarwensen
- Nieuwjaarwenser
- Nieuwjaren
- Nieuwkoop
- Nieuwlichter
- Nieuwlichterij
- Nieuwmaar
- Nieuwmelks
- Nieuwmodisch
- Nieuws
- Nieuwsagentschap
- Nieuwsbericht
- Nieuwsblad
- Nieuwsgierig
- Nieuwsgierige
- Nieuwsgierigheid
- Nieuwshonger
- Nieuwspapier
- Nieuwstijding
- Nieuwtestamentisch
- Nieuwtje
- Nieuwtjesbezorger
- Nieuwvorming
- Nieuwzilver
- Nieuwzilverblik
- Nieuwzilverdraad
- Nievers
- Nieweerd
- Niezen
- Niezer
- Niflheim
- Nigelle
- Nigromantie
- Nihil
- Nihil ad rem
- Nihil agendo homines male agere discunt
- Nihil agere delectat
- Nihil conscire sibi
- Nihil enim facilius quam amor recrudescit
- Nihil enim lacrima citius arescit
- Nihil est ab omni / parte beatum
- Nihil est in intellectu quod non prius fuerit in sensu
- Nihil est incertius vulgo
- Nihil est, quod deus efficere non possit
- Nihil habenti nihil deest
- Nihil inimicius quam sibi ipse
- Nihil probat, qui nimium probat
- Nihil simile est idem
- Nihil simul inventum est et perfectum
- Nihil sine causa
- Nihil sine labore
- Nihil-opgave
