Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- Bij zonder
- Bij-de-wind-linie
- Bij-de-wind-zeiler
- Bij, insekt
- Bij, taalk
- Bijaccent
- Bijaldien
- Bijartikel
- Bijas
- Bijbaantje
- Bijbal
- Bijbank
- Bijbedoeling
- Bijbegrip
- Bijbehorend
- Bijbel
- Bijbelbeschouwing
- Bijbelbeslag
- Bijbelblad
- Bijbelbloem
- Bijbelboek
- Bijbelcommissie
- Bijbeldruk
- Bijbeldrukker
- Bijbelen
- Bijbelgeloof
- Bijbelgenootschap
- Bijbelheld
- Bijbelheldin
- Bijbelkennis
- Bijbelkritiek
- Bijbelleer
- Bijbellegging
- Bijbelleraar
- Bijbellezenaar
- Bijbellezer
- Bijbellezeres
- Bijbellezing
- Bijbelparaphrase
- Bijbelplaats
- Bijbelpoëzie
- Bijbels
- Bijbelspreuk
- Bijbelstudie
- Bijbeltaal
- Bijbeltekst
- Bijbeltje
- Bijbeluitgave
- Bijbeluitlegger
- Bijbeluitlegkunde
- Bijbelvast
- Bijbelverbod
- Bijbelverhaal
- Bijbelverklaarder
- Bijbelverklaring
- Bijbelverspreider
- Bijbelverspreiding
- Bijbelvertaler
- Bijbelvertaling
- Bijbelwerk
- Bijbelwoord
- Bijbelzin
- Bijbenen
- Bijbetalen
- Bijbetaling
- Bijbetekenis
- Bijbetrekking
- Bijbeurs
- Bijbinden
- Bijbinding
- Bijblaadje
- Bijblad
- Bijblijven
- Bijbloemen
- Bijboek
- Bijboeken
- Bijboeking
- Bijboeten
- Bijbol
- Bijbouw
- Bijbouwen
- Bijbrassen
- Bijbrengen
- Bijbrenging
- Bijcultuur
- Bijdagen
- Bijdehand
- Bijdehandje
- Bijdehands
- Bijdenkbeeld
- Bijdicht
- Bijdichtsel
- Bijdoel
- Bijdoen
- Bijdraaien
- Bijdraaier
- Bijdraaiing
- Bijdrage
- Bijdragen
- Bijdrager
