Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie A
- Amaranthout
- Amarantkleur
- Amarantkleurig
- Amarantlak
- Amare et sapere vix deo conceditur
- Amarel(le)
- Amaril
- Amarilkatoen
- Amarilletje
- Amarilmolen
- Amarilpapier
- Amarilpoeder
- Amarilrol
- Amarilschijf
- Amarilsteen
- Amariltang
- Amarilvijl
- Amarylus
- Amas is
- Amasa
- Amat victoria curam
- Amateur
- Amateurisme
- Amateurswedstrijd
- Amateurswerk
- Amathusia
- Amazia
- Amazone
- Amazonekleed
- Amazonemier
- Amazonen
- Ambacht
- Ambachtelijk
- Ambachtsbaas
- Ambachtsbewaarder
- Ambachtsgevolg
- Ambachtsgezel
- Ambachtsgild
- Ambachtsheer
- Ambachtsheerheerlijkheid
- Ambachtsheerhuis
- Ambachtsjongen
- Ambachtsman
- Ambachtsnijverheid
- Ambachtsonderwijs
- Ambachtsschool
- Ambachtsvolk
- Ambassade
- Ambassaderaad
- Ambassadeur
- Ambassadrice
- Ambe
- Amber
- Amberboom
- Ambergeur
- Ambergeurig
- Ambergrijs
- Amberhoornslak
- Amberiet
- Amberkoraal
- Amberlucht
- Amberreuk
- Ambervernis
- Ambervet
- Ambidexter
- Ambiëren
- Ambigu
- Ambiguïteit
- Ambiorix
- Ambitie
- Ambitieus
- Amboina
- Amboinahout
- Ambonees
- Ambraïne
- Ambreren
- Ambrine
- Ambroos
- Ambrosia
- Ambrosius
- Ambrozijn
- Ambrozijnen
- Ambt
- Ambtelijk
- Ambteloos
- Ambteloosheid
- Ambtenaar
- Ambtenaarsfamilie
- Ambtenaarsleven
- Ambtenaarsloopbaan
- Ambtenaarssalaris
- Ambtenaarsstand
- Ambtenaarstraktement
- Ambtenaarsweduwe
- Ambtenaarswereld
- Ambtenaarswoning
- Ambtenaartje
- Ambtenarengerecht
- Ambtenarenwet
- Ambtenares
