Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Drusus

betekenis & definitie

HE'RO CLAU'DIUS —, stiefzoon van Augustus, broeder van Tibe'rius, Rom. veldheer die in vier roemrijke tochten (12—9) in Germanië doordringt tot de Elbe, maar op de terugtocht sterft door een val van zijn paard. Haar hem wordt een bij Tacitus vermeld kanaal genoemd (Drususgracht) waarvan de ligging onzeker is.

< >