m. (...stenen), kleine kubus waarvan de zes vlakken respectievelijk met 1—6 „ogen” (contrasterende ronde vlekjes) voorzien zijn, gebruikt
voor hazardspelen, teerling: met dobbelstenen gooien, spelen; — bij verg.: dobbelsteentjes, min of meer kubusvormige stukjes spek, koekdeeg enz.; ook wel voor ruiten in een stof; — (zeew.) bovenste deel van een steng; — middenstuk van een scheepsschroef, waarin de bladen bevestigd zijn.