Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Diogenes

betekenis & definitie

Gr. Dioge'nes, wijsgeer uit Sino'pe, tijdgenoot van Alexander de Grote. Als streng volgeling van de leer van Anti'sthenes versmaadde hij alle gemakken en leefde als bedelaar in een klein huisje, dat men spottend een ton noemde (vand. zijn bijnaam kuoon, hond; vgl. cynisch). Allerlei anecdoten worden van hem verteld, o.a. zijn ontmoeting met Alexander de Grote toen hij zich te Corinthe in de zon zat te koesteren.

Alexander stond verbaasd, toen Diogenes enkel van hem begeerde, wat uit de zon te gaan en riep : ,,Ware ik Alexander niet, ik zou wensen Diogenes te zijn !” Eens liep Diogenes op de markt bij klaarlichte dag met een brandende lantaarn rond, al zoekende, en op de vraag, wat hij zocht, was zijn antwoord: ,,Ik zoek mensen!”

< >