Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Datum

betekenis & definitie

(<Lat.), m. (-s, ...ta),

1. dagtekening, aanwijzing van de hoeveelste der maand: er staat geen datum op ; — dag, tijdstip: vóór die datum; — van dag noch datum weten, van tijd noch uur; — dag die een tijdsindeling bepaalt: dat is een belangrijke datum in de geschiedenis;
2. tijd van oorsprong : dat is reeds van oude datum, lang geleden; — gevallen van recente datum, pas gebeurd;