(peilde af, heeft afgepeild),
1. (een diepte) geheel en al peilen: een afgrond, niet af te peilen, zeer diepe afgrond ;
2. (een vaarwater) geheel en al, van het ene einde tot het andere, peilen: al die vaarwaters zijn af gepeild en in kaart gebracht;
3. van accijnsplichtige waren (geheel) opmeten om daarnaar het bedrag van de accijns te berekenen: zijn al die vaten af gepeild?