(oogstte af, heeft afgeoogst),
1. (te veld staande vruchten) oogsten, van liet veld afneraen en binnenlialen ; ook : een véld af oogsten, de vruchten er van oogsten en binnenhalen :
2. gedaan maken met oogsten, de oogst ten einde brengen : hebt ge al af geoogst