(baardde af, heeft afgebaard), ontdoen van de baard; inz. schelpdieren, oesters enz.; — (metaalg.) kogels, letters afbaarden, ze ontdoen van het overtollige metaal dat er aan vastzit; — stukjes zeep afbaarden, de randen van de geperste stukjes afsnijden; — 2. (Zuidn.) ruw of grof dorsen. AFBAARDER, m. (-s), werktuig waarmee men afbaardt.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk