Van Alexander tot Zeus Lexicon

Eric Moormann en Wilfried Uitterhoeve (2007)

Gepubliceerd op 08-03-2017

Demokritos & Herakleitos

betekenis & definitie

Demokritos van Abdera (ca. 460-370) & Herakleitos uit Ephesos (ca. 500) zijn twee filosofen, die in feite weinig met elkaar van doen hebben, maar die reeds in de oudheid als tegenpolen werden beschouwd. Demokritos, een veelzijdig, bereisd en al in zijn tijd hooggeschat geleerde, wiens geschriften echter grotendeels verloren zijn gegaan, leeft in de eerste plaats voort als de opsteller van de leer van de atomen. Daarnaast stelde hij, als eerste Griek, de ethiek aan de orde. Het hoogst bereikbare voor de mens bestaat in blijde welgemoedheid. De weg daartoe wordt gevormd door gematigdheid en geringschatting van zingenot.

Herakleitos behoort tot de groep van de natuur-filosofen, die trachten het ontstaan en de aard van de kosmos te verklaren. Hij neemt aan dat er een permanente beweging heerst, die zorgt dat nooit iets hetzelfde blijft: zoals men nooit in hetzelfde rivierwater kan baden door de stroming, kan men ook in andere opzichten nooit hetzelfde mee-maken. In dit verband wordt hem de gevleugelde zin ‘alles stroomt en niets blijft hetzelfde’ toegeschreven. De ontwikkeling wordt door polen beheerst (bijvoorbeeld dag en nacht, verzadiging en honger, oorlog en vrede, leven en dood). De harmonische gestalte van de wereld rijst op uit de strijd van de tegendelen: ‘de oorlog is de vader van alle dingen’. Het is de taak van de mens de logos, de redelijkheid die aan het worden van de wereld ten grondslag ligt, te onderkennen. Herakleitos zou een leven in afzondering hebben verkozen boven roem en macht – hij stamde uit een adellijk geslacht – en schreef in duistere taal. Zijn reputatie van ‘de duistere’ berust ook op het adagium ‘ik heb mijzelf doorvorst’.

Vooral dankzij de ethische traktaten is Demo-kritos blijven leven in de gedachten van de ouden. Hij werd een toonbeeld van wijsheid en fungeerde als zodanig zelfs bij Perzische auteurs van de middeleeuwen. Vele geschriften werden aan hem toegeschreven en opgenomen in een Corpus Democriticum, onder meer in de vroege keizertijd geschreven brieven. Ook de zogeheten paradoxo-grafie, een keur aan alchemistische traktaten, wordt in de late oudheid en in de middeleeuwen met hem in verband gebracht.

Belangrijk voor het vrolijke beeld dat van Demokritos is ontstaan zal Epikouros zijn ge-weest, de 4e-eeuwse filosoof die eveneens het geluk als doel van het leven vooropstelt en een aangename leefwijze voorstaat die vooral in zelfbeheersing gelegen is. Demokritos, bij Diogenes Laërtios beschreven als een alom geliefd en hooggeschat denker, wordt bij Cicero en Horatius voor het eerst de ‘lachende filosoof’ genoemd, welke gedachte bij Iuvenalis terugkeert. Seneca maakt van Herakleitos vervolgens de tegenvoeter; het beeld wordt met name via Sidonius Apollinaris (5e eeuw) en het 10e-eeuwse Byzantijnse lexicon, de Suda, verbreid. Herakleitos, door Diogenes Laërtios beschreven als een zonderlinge mensenhater en melancholicus, wordt als ‘huilende filo-soof’ geïntroduceerd door Loukianos. In de 16e eeuw is deze gedachte uitgewerkt door Fregoso 1522 en Ficino, in de 17e en 18e onder andere door Van Mander 1604 (Wtbeeldinge der Figueren), Montaigne, Fénelon, La Bruyère (Caractères) en Alciati. Voor de populariteit in Holland zijn christelijke traktaten van De Besse 1612-15 en een theaterstuk van Vondel 1637 van belang. Opera’s over het tweetal zijn geschreven door o.m. Telemann 1703/4, Gasparini 1718 en Ditters von Dittersdorf 1787. Een ‘dramma filosoficomico’ kennen we van Salieri/Gamerra 1795. Nog in het werk van Mulisch (Compositie van de wereld 1980) en Faverey speelt Herakleitos een belangrijke rol, vooral vanwege zijn filosofische leerstellingen.

In de beeldende kunst van de oudheid zijn enkele niet waarheidsgetrouwe portretten bekend. In de Villa dei Papiri te Herculaneum, midden 1e eeuw v.C., werd een bibliotheek met onder meer geschriften van Epikouros gevonden en een portrettengalerij met filosofen, onder wie Demo-kritos.

In de 15e eeuw vormen Italiaanse boekillustraties de bron voor latere kunstenaars. Met name Sidonius Apollinaris en het middeleeuwse commentaar op een traktaat van de 5e-eeuwse Fulgen-tius, waarin het uiterlijk van beroemde personen wordt beschreven, zijn uitgangspunt. Na enkele uitwerkingen in Italië (o.m. Bramante 1485-90, fresco in Casa Panigorala te Milaan, nu Brera, Rafaël op het beroemde Plato-fresco in de Stanza della Segnatura 1508-12 in het Vaticaan en Luini, doek 1520-30) en in Duitsland (Brant, Narrenschiff vanaf editie 1497) wordt het thema vooral in de Hollandse schilderkunst van de 17e eeuw populair, te beginnen met Cornelis van Haarlem 1613, en daarna vooral bij de Utrechtse caravaggisten. Van de wel tachtig gecatalogiseerde wer-ken noemen we Van Baburen 1622, Moreelse (o.a. rond 1630 Mauritshuis Den Haag), Van Bijlert (o.a. rond 1630 Centraal Museum Utrecht) en Ter-brugghen (o.a. 1628 Rijksmuseum Amsterdam). In de Zuidelijke Nederlanden kennen we Jordaens 1628-30 en Rubens 1603. De twee doeken van Rubens, gemaakt in opdracht van het Spaanse hof, inspireerden Velázquez en Ribera rond 1630 tot afbeeldingen van Demokritos. Op een aan Rembrandt toegeschreven doek 1668 in Keulen, waarop twee mannen zich over een wereldbol buigen, zou Demokritos de trekken van de schilder dragen. Het gaat meestal om twee pendantschilderijen of om een schilderij met de twee mannen naast elkaar. De twee hebben een globe als symbool van de mensheid en zijn als bedaagde oudere mannen uitgebeeld, Demokritos soms ook als jongere. De voorstelling symboliseert de vanitas: lachen of huilen, het verandert niets aan ons bestaan. Een monumentaal huisportaal van Xavery ca. 1670 (nu Lakenhal Leiden) bevat bus-tes van de filosofen in combinatie met beelden van Apollo en Artemis. Ook in gevelstenen (o.a. Hoorn begin 17e eeuw, begin 18e eeuw Bloemstraat Amsterdam), als tuinsculptuur (begin 18e eeuw State Terhorn, nu Fries Museum Leeuwarden) en in de prentkunst (o.a. Van Heemskerck 1558) komen ze in de Lage Landen voor. Rosa schilderde rond 1650 een andere iconografie van Demokritos: de filosoof in gepeins verzonken in een bos.

In de 17e eeuw werden in Holland enige schilderijen gemaakt met een bezoek van Hippokrates aan Demokritos. De bewoners van Abdera zouden de beroemde arts hebben gevraagd hun stadgenoot, die op hen wereldvreemd overkwam en zich met sectie van dieren bezighield, te onderzoeken. Het verhaal zou teruggaan op de toen in vertaling bekende (fictieve) brieven van de arts en op een toneelstuk naar dit thema van Adolf de Jager 1603. Het inspireerde o.a. Lastman 1624, Berchem ca. 1658, Moeyaert ca. 1636 en in die decennia voorts Lievens en Fabricius.