Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Kortswijl

betekenis & definitie

eig. tijdkorting, dan scherts, mnl. dacheortinghe, later cortswile. Deze vorm, overeenkomende met brekebeen, dwingeland, meugebet en derg., kan eig. niet in het ndl. ontstaan zijn, daar deze samenstellingen geen s, en wel een e hebben; het moet wel uit het mhd.

Kurzwile zijn overgenomen, of althans in plompe navolging zijn gevormd. Trouwens in de 17e eeuw vindt men den vorm zonder s ook, S. v. Beaumont, Ged. 67: ,,’t Is maer een kortwijl, dat ick speel”; ook bij Cats. Van kortswijl maakte men een b.nw. kortswijlig. In plaats van de ij vindt men, waarschijnlijk door volksetymologie, ook wel de i („Kortswillig volkje”, Langendijk 2, 77).