Wat is de betekenis van Kortswijl?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kortswijl

kortswijl - Zelfstandignaamwoord 1. (formeel) scherts, grappenmakerij Zo heb ik uit louter kortswijl deelgenomen aan het examen voor de diplomatieke dienst en aangezien ik een goed geheugen heb en vrij behoorlijk opstellen kan schrijven, slaagde ik Woordherkomst samenstelling van...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kortswijl

s., koartswyl.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kortswijl

v., 1. de handeling van schertsen, ofwel scherts, grap ; — uit kortswijl iets doen, voor de grap, in scherts ; — het is maar kortswijl, niet ernstig gemeend ; 2. (w. g.) genoegen, vermaak.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kortswijl

v.; boert: scherts: al wat de tijd kort: is het ernst of kortswijl?

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kortswijl

('korts) v. [wat de tijd kort] gekheid, scherts : is het – of ernst? iets uit – doen. Syn. →: boert.

2024-04-25
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Kortswijl

Wijl is tijd: dikwijls, onderwijl, een wijle', het woord bet. dus: iets om den tijd te korten; scherts.

2024-04-25
Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Kortswijl

eig. tijdkorting, dan scherts, mnl. dacheortinghe, later cortswile. Deze vorm, overeenkomende met brekebeen, dwingeland, meugebet en derg., kan eig. niet in het ndl. ontstaan zijn, daar deze samenstellingen geen s, en wel een e hebben; het moet wel uit het mhd. Kurzwile zijn overgenomen, of althans in plompe navolging zijn gevormd. Trouwens in de 1...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kortswijl

v./m., de handeling van schertsen, ofwel scherts, grap; uit — iets doen, voor de grap, in scherts; het is maar —, niet ernstig gemeend.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Kortswijl

wijl is tijd; dus letterlijk: wat den tijd kort.