Boeken
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren

 

Synoniemen zoeken

Uitgelicht

Valt op hè?

Ontwerp nu je advertentie. Direct online!

Synoniem van stijf

  • amusisch
  • asociaal
  • autoritair
  • bazig
  • branieachtig
  • deftig
  • dikhuidig
  • draconisch
  • flegmatiek
  • flegmatisch
  • formeel
  • gedwongen
  • hard
  • harkerig
  • harteloos
  • hoekig
  • hooghartig
  • houterig
  • ijzig
  • intolerant
  • jannig
  • koel
  • koppig
  • koud
  • laatdunkend
  • links
  • nagelvast
  • nietvast
  • nufachtig
  • nuffig
  • onbeholpen
  • onbeweeglijk
  • onbewogen
  • ongevoelig
  • onhandig
  • onverzettelijk
  • onwankelbaar
  • onwrikbaar
  • opgeblazen
  • pal
  • passief
  • pedant
  • plechtig
  • plomp
  • pontificaal
  • roerloos
  • schutterig
  • snoeshanig
  • snoeverig
  • star
  • stevig
  • stijfjes
  • stoer
  • stokkerig
  • strak
  • stram
  • streng
  • stroef
  • stug
  • stumperig
  • stuntelig
  • tiranniek
  • trilvast
  • trots
  • uitgestreken
  • vormelijk
  • zelfverzekerd
Synoniem van 'n ander trefwoord
  • afgemeten
  • bekakt
  • formalistisch
  • formeel
  • frigide
  • gespannen
  • hoekig
  • houterig
  • krampachtig
  • nuchter
  • stevig
  • stijfjes
  • streng
  • Betekenis van stijf
  • Spreekwoorden met stijf
  • stijf vervoegen
2019-10-24 2019-10-24
Synoniemen woordenboek

Synoniemen woordenboek

Groot Synoniemen- woordenboek

stijf

stijf - niet buigzaam of lenig. Je zegt het zowel van personen als van zaken. Het woord is synoniem met onbuigzaam. Leer of textiel heet stug. Personen of hun ledematen zijn stokkerig. Wanneer kou, ouderdom of reuma en dergelijke daarvan de oorzaak is, gebruiken we stram.

2020-03-21 2020-03-21
Synoniemen Handboek

Synoniemen Handboek

Synoniemen Handboek Gezegdes

Stijf

Gezegde(s):
• zo stijf als een deur, een plank, een paal, een hark, een bonenstaak

2017-11-14 2017-11-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Nederlands woordenboek voor onderwijs

stijf

stijf - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord

1. moeilijk te buigen, niet meegaand
♢ ik heb vaak een stijve nek
1. de brief staat stijf van de fouten
[er staan heel veel fouten in]
2. zijn been (poot) stijf houden
[niet toegeven]
3. iemand stijf vloeken
[overdonderen met scheldwoorden]
4. een stijve (penis)
[een erectie]
5. zich stijf houden
[niet meegeven]
2. onhandig en houterig
♢ ze gedroeg zich nogal stijf in dat gezelschap
1. een stijve hark
[een onhandig en houterig iemand]
3. je niet soepel kunnen bewegen
♢ opa Yehudi is de laatste jaren zo stijf dat hij nauwelijks uit zijn stoel kan komen
1. hij is zo stijf als een plank
[heel erg stijf]
2. stijf van angst
[heel erg angstig]
4. wat goed samenhangt en weerstand biedt
♢ splits de eieren en klop de eiwitten stijf

1. krachtig en flink
♢ Lieke hield haar moeder stijf vast

Bijvoeglijk naamwoord: stijf
... is stijver dan ...
het stijfst
de/het stijve ...
iets stijfs

Synoniemen
formeel, hoekig, stijfjes

Tegenstellingen
buigzaam, flexibel, los, soepel, vlot

Bijwoord: stijf

Synoniemen
stevig

Tegenstellingen
losjes

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren
© 2023 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten