Synoniemen zoeken
Synoniem van stug
Synoniem van 'n ander trefwoord

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Stug
Onaangenaam en onvriendelijk in den omgang. Stugheid is gebrek aan natuurlijke vrien-delijkheid en gemakkelijkheid in den omgang; stuurschheid is onvriende¬lijkheid, die uit eigenaardigheden van het karakter voortkomt; barschheid eene strakheid en koelheid van gelaat, eene hardheid van stem, die vrees verwekken, maar niet noodzakelijk welwillendheid buitensluiten (,,krijgslieden hebben veelal een barsch uiterlijk, maar toch dikwijls een week hart”); norschheid de uiting van eene ruwe inborst, van ontevredenheid of van eene vijandige stemming in toon en gedrag. Spijtigheid is de eigenaardigheid om voorbijgaande aandoeningen van verdrietelijkheid en ontevredenheid of slechten luim te toonen en wordt meest van vrouwen gezegd; het veronder¬stelt eene zekere scherpte en lichtgeraaktheid van humeur. Een boer is dikwijls stug. Die stuursche kapitein had voor niemand der passagiers een goed woord over. Een norsch antwoord.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
stug
stug - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
1. wat je bijna niet kunt geloven
♢ dat hij het kanaal is overgezwommen, lijkt mij een stug verhaal
2. moeilijk te bewerken, moeilijk te buigen
♢ dit leer is zó stug, daar krijg je geen naald doorheen
3. onvriendelijk en kortaf
♢ zij gedraagt zich erg stug tegen de vriendin van haar man
1. zonder zich af te laten leiden
♢ Gustaaf werkt stug door
1. het lijkt me stug....
[het lijkt me sterk]
Bijvoeglijk naamwoord: stug
... is stugger dan ...
het stugst
de/het stugge ...
iets stugs
Bijwoord: stug
Synoniemen
bars, nors, sterk
Tegenstellingen
aardig, attent, buigzaam, flexibel, galant, hoffelijk, mild, soepel, vriendelijk