Synoniemen zoeken
Synoniem van koud
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
koud
koud - een lage temperatuur hebbend. Kan slaan op een persoon, dier, voorwerp en op tijdsperioden. Kil zegt men meestal van een dag, avond, ochtend, het weer en dergelijke; het geeft aan dat iets koud is én onaangenaam aanvoelt. Guur en schraal geven aan dat het onaangenaam koud is en bovendien droog en winderig. Speciaal voor het weer gebruikt men inkoud, 'zeer koud', en waterkoud; dit laatste houdt in dat de atmosfeer koud aandoet doordat ze vochtig is. Ijskoud wordt onder meer gebruikt bij een voorwerp, lichaam(sdeel), het weer en de wind; steenkoud is een persoon, lichaam(sdeel) of voorwerp, maar alleen personen zijn, zo koud als een kikker; gemeen koud geeft aan dat de kou bijzonder onaangenaam is. Wind en weer heten ijzig of ijzig koud. Zijn een persoon of zijn lichaamsdelen ijskoud en daardoor verstijfd, dan gebruikt men het woord verkleumd. Een beetje koud is frisjes.
Zie: koel.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
koud
koud - bijwoord
1. pas, nauwelijks
♢ de vader was koud weg, of het kind begon te huilen
Bijwoord: koud