Synoniemen zoeken
Synoniem van nors
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
nors
nors - blijk gevend van een afwerende houding. Het woord kan betrekking hebben op een persoon of zaak ('een norse houding') en is synoniem met stuurs, gemelijk, onvriendelijk, knorrig, nurks, gramstorig, bokkig, sikkeneurig, zuur en gallig (informeel). Van een persoon kun je ook zeggen dat hij slechtgehumeurd is of slechtgeluimd, slecht gemutst, humeurig, uit z'n humeur, uit zijn hum of narrig (de laatste twee zijn informeel). Wanneer iemand bovendien weinig spraakzaam is, heet hij kortaf. Nog meer norsheid wordt uitgedrukt door met het linkerbeen uit bed gestapt en ongenietbaar. Norsheid en hardvochtigheid te zamen leveren de term bars op; chagrijnig is zeer nors. Bij brommerig is er sprake van een laag, brommend stemgeluid. Wanneer de norse persoon in kwestie de neiging heeft te gaan snauwen, noemt men hem of haar bits, bitsig of snauwerig; snibbig of pinnig hebben meestal betrekking op een vrouw of meisje, of op de stem daarvan. Vinnig behelst een combinatie van bitsheid en stekeligheid of sarcasme; alleen vrouwen en meisjes noem je kattig; een opmerking is stekelig of stekelachtig. Norsheid in combinatie met wrevel wordt aangeduid door wrevelig; bij verbitterd komen ook nog eens haat en boosheid kijken. Grimmig is nors en enigszins boos. Mopperig geeft aan dat men de neiging heeft te mopperen.
Zie: bazig; bokkepruik, de - op hebben; chagrijn; geprikkeld; koel; onaangenaam; ontevreden; ontstemd; prikkelbaar; stroef.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
nors
nors - bijvoeglijk naamwoord
1. onvriendelijk en kortaf
♢ met een nors gezicht deed hij de afwas
Bijvoeglijk naamwoord: nors
... is norser dan ...
de/het norse ...
Synoniemen
bars, stug
Tegenstellingen
aardig, attent, galant, hoffelijk, mild, vriendelijk