nors
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, meest —), stuurs, bars, onvriendelijk : een nors uiterlijk; een nors antwoord geven; iem. nors behandelen.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip nors heeft 2 verschillende betekenissen: 1) slechtgehumeurd en onvriendelijk. slechtgehumeurd en onvriendelijk in de omgang. 2) blijk gevend van een slecht humeur. blijk gevend van een slecht humeur.
Wiktionary (2019)
nors - Bijvoeglijk naamwoord 1. onvriendelijk en zwijgzaam, kortaf ♢ Hij is een opgewekte jongeman, maar vandaag staat zijn gezicht nors.
Muiswerk Educatief (2017)
nors - bijvoeglijk naamwoord 1. onvriendelijk en kortaf ♢ met een nors gezicht deed hij de afwas Bijvoeglijk naamwoord: nors ... is norser dan ... de/het norse ... Synoniemen bars, stug Te...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., noartsk, noart(l)ich, noartel, noartlik, brimstich, prottelich, tizich, tizenich, tizerich, ûlich, stutich, prot, stroef, stúmsk, stymsk, koartkearich, njûr, brodsk, kiezzich, stûr(t)sk; — persoon, bolle, stúmbolle, brombear, (âld)baerch, grynder, bune; iem. — bejeg...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: