Synoniemen zoeken
Synoniem van intrekken
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
intrekken
intrekken - bij als huisgenoot bij iemand gaan wonen. Met betrekking van pasgetrouwden die na het huwelijk bij bijvoorbeeld familie intrekken spreken we van introuwen bij.
Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Intrekken
Gezegde(s):
• zijn melk optrekken
• overstag gaan
• over ree gaan
• het roer omgooien
• de schoot (= touw) aanhalen
• zijn tong door zijn gat halen
• mijn naam is Haas
• de kat van de bakker heeft het gedaan
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Intrekken
Het doen ophouden of buiten gebruik stellen van wetten, gewoonten enz. Intrekken en herroepen onderstellen de rechtstreeksche tusschenkomst der bevoegde macht, of ten minste van een bepaald persoon, afschaffen kan ook, behalve langs wettigen weg, ten gevolge der veranderde tijdsomstandigheden als het ware van zelf geschieden. Gewoonten, gebruiken, instellingen, die verouderd zijn, worden afgeschaft (niet ingetrokken of herroepen). Intrekken en herroepen kan men woorden, voorstellen, besluiten, kortom alles wat luide verkondigd is; wanneer iets nog geen kracht van wet heeft gekregen, nog slechts als het een voor¬stel van wet is, kan het worden ingetrokken. Herroepen kan men alleen dat wat uitgevaardigd of afgekondigd is. De regeering trekt een wetsvoor¬stel in; eene wet of een besluit herroept zij of schaft zij af. Iemand trekt zijne woorden in. Men herroept zijne dwalingen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
intrekken
intrekken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: in-trek-ken
1. zeggen dat het anders is dan je eerst gezegd had
♢ hij heeft zijn verklaring weer ingetrokken
1. ergens je intrek nemen
[er gaan wonen]
2. bij iemand gaan wonen
♢ zij is bij haar vriend ingetrokken
Onregelmatig werkwoord: in-trek-ken
ik trek in (... ik intrek)
jij/u trekt in (... jij intrekt)
hij/zij trekt in (... hij intrekt)
wij/zij/jullie trekken in (... wij intrekken)
ik/jij/u/hij/zij trok in (... ik introk)
wij/zij/jullie trokken in (... wij introkken)
hij heeft ingetrokken
de/het/een ingetrokken ....
intrekkend, intrekkende
Synoniemen
herroepen, terugnemen, terugtrekken