Synoniemen zoeken
Synoniem van vorm
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
vorm
vorm - voorwerp waarmee men een taart, pudding en dergelijke vorm geeft. Een bakvorm dient om iets in te bakken (brood, een taart enzovoort). Taarten worden gebakken in een taartbodem of springvorm.
Zie: voorbeeld.

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Vorm
In het algemeen kan men zeggen, dat figuur ziet op het uiterlijk voorkomen, zooals het zich in ruwe omtrekken, vorm op het uiterlijk voorkomen, zooals het zich in meer bepaalde omtrekken vertoont, terwijl bij gedaante en gestalte op alles wordt gelet, wat aan eene verschijning haar eigenaardig karakter verleent, en gedacht wordt aan de gezamenlijke lijnen, waardoor het beeld wordt gevormd. Vorm staat ook voor wijze van samenstelling (b.v. van con¬tracten enz.), en in pluralis voor de manier van zich voor te doen. Een man van vormen (een wellevend man).

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
vorm
vorm - zelfstandig naamwoord
1. uiterlijke gedaante
♢ zijn hoofd heeft de vorm van een ei
1. ik ben niet in vorm
[niet in goede geestelijke of lichamelijke conditie]
2. het neemt vaste vorm aan
[is bijna klaar]
3. vorm geven aan een gedachte
[die onder woorden brengen]
2. voorwerp waarmee je iets zijn gedaante geeft
♢ dit is een vorm om koekjes mee te maken
1. het in een andere vorm gieten
[het op een andere manier doen of zeggen]
3. vaste manier van gedragen
♢ zijn omgangsvormen zijn niet geweldig
1. voor de vorm
[alleen omdat het zo hoort]
Algemene uitdrukkingen:
1. in vorm zijn
[in goede conditie]
Zelfstandig naamwoord: vorm
de vorm
de vormen
het vormpje