Synoniemen zoeken
Synoniem van duidelijk
Synoniem van 'n ander trefwoord

Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Duidelijk
Gezegde(s):
• dat spreekt als een petje
• dat klopt als een zwerende vinger
• zo klaar als de dag
• zo klaar als een klontje
• dat ligt voor de hand
• zo helder als koffiedik
• klare wijn schenken
• daar is geen woord Frans bij
• man en paard noemen
• in totidem verbis (= met zoveel woorden)
• expressis verbis (= met zoveel woorden)

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Duidelijk
Begrijpelijk is een passief begrip, het ziet op zaken, die men licht kan begrijpen, waarvan men de oorzaak licht kan inzien (soms wordt het, en nog meer het tegenovergestelde onbegrijpelijk in actieven zin gebruikt; b.v. wat is hij van daag weer onbegrijpelijk; ik kan hem niets aan het verstand brengen); bevattelijk is een actief begrip wanneer het ziet op personen, die iets licht bevatten of begrijpen, boven¬dien is het synoniem met duidelijk en beteekent wat voor de bevatting geschikt is. Hij weet alles zoo bevattelijk te maken. Duidelijk is sterker dan begrijpelijk en geeft te kennen, dat men iets bijna zonder nadenken kan begrijpen; van iets waarop het volle licht valt, welks omtrekken dus goed waarneembaar en gemakkelijk te onderscheiden zijn, gebruikt men klaar en helder. Het eerste meer in tegenoverstelling van troebel, het tweede in tegenoverstelling van duister. Bij uitbreiding worden beide met de tegenstellingen ook van datgene gezegd, hetgeen men met den geest waarneemt. (Vergelijk bij Helder). Verstaanbaar is in de eerste plaats datgene, wat gemakkelijk gehoord kan worden en vervolgens waarvan men gemakkelijk den zin kan vatten. Eene onbegrijpelijke dwaling. Een bevattelijk kind. Een duidelijk bewijs. Hij spreekt verstaanbare taal. Hij gaf ons een klare en heldere voorstelling der zaak.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
duidelijk
duidelijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: dui-de-lijk
1. goed te snappen
♢ dat is een duidelijk plan
1. iemand iets duidelijk maken
[het hem goed uitleggen]
2. duidelijke taal spreken
[begrijpelijk zijn]
2. goed te horen, te zien of te lezen
♢ het is wel duidelijk dat Norman een probleem heeft
Bijvoeglijk naamwoord: dui-de-lijk
... is duidelijker dan ...
het duidelijkst
de/het duidelijke ...
iets duidelijks
Synoniemen
begrijpelijk, doorzichtig, helder, klaar, verklaarbaar