Synoniemen zoeken
Synoniem van bedriegen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
bedriegen
bedriegen - ontrouw zijn jegens de eigen echtgenote, echtgenoot, partner. Vrouwen zetten iemand de horens op.
Zie verder: vreemdgaan.
Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Bedriegen
Gezegde(s):
• ontrouw worden
• vreemd gaan
• bij zijn flip pakken
• in de luren leggen
• in de doeken doen
• de das omdoen
• om de tuin leiden
• een oor aannaaien
• te grazen nemen
• een loer draaien
• een hak zetten
• een kool stoven
• een rad voor de ogen draaien
• stenen voor brood geven
• iemand bij de bok steken
• vruchten op het hout verkopen
• tuk hebben (of: nemen)
• van de huig lichten
• koeien met gouden horens beloven
• in de fok zetten
• iemand iets door de neus boren
• met dubbel krijt schrijven
• in de maling nemen
• bij het linkerbeen krijgen
• met spek schieten
• iemand een teek (of: mijt) afvangen
• het laken door het oog van de schaar halen (= stelen in zijn beroep)
• het achter de mouw hebben
• een pad in iemands korf zetten
• iemand een neus aandraaien
• iemand een pater op zijn gat schilderen
• knollen voor citroenen verkopen
• water in de ene en vuur in de andere hand
• iemand iets op de mouw spelden
• iemand op het verkeerde been zetten
• iemand met een kluitje in het riet sturen
• laten we elkaar geen Lijzebet noemen
• bellen in de oren hangen
• een kies uittrekken
• op de hak nemen
• er iemand inlappen
• liegen als een almanak
• liegen als een tandentrekker
• liegen als een wachter
• liegen dat de balken barsten
• uit twee pannen bakken
• in de pot doffen
• van twee wallen eten
• zand in de ogen strooien
• van bakboord naar stuurboord zenden
Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Bedriegen
Spreekwoord(en):
• maak nooit de bok tot tuinman
• maak nooit de wolf tot herder
• die van ver komt heeft goed liegen
• wie een boer wil bedriegen moet een boer meebrengen
• de vlag dekt de lading
• wie liegt moet een goed geheugen hebben
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Bedriegen
Dwaling veroorzaken. Misleiden is eigenlijk niets anders dan op een verkeerd spoor brengen en daardoor dwaling veroorzaken; het wordt alleen in figuurlijken zin gebruikt. Een der Grieksche schilders wist zoo bedriege lijk druiven na te bootsen dat de vogels er zich door lieten misleiden. Bedriegen heeft het bijbegrip, dat de misleiding gepaard gaat met schennis van vertrouwen. Bedotten foppen en verschalken duiden aan, dat er list is aangewend, om de dwaling te doen ontstaan. Zij sluiten dus altijd opzet in, iets wat bij misleiden niet noodzakelijk het geval behoeft te wezen. Daar zij echter ook van onschuldige misleidingen gebezigd worden, die geen nadeel berokkenen, wat inzonderheid met foppen het geval is, hebben zij eene minder hatelijke beteekenis dan bedriegen. Verschalken wordt vooral gebezigd, waar van twee partijen, die ondersteld worden elkaar te bestrijden, de eene de andere in eene hinderlaag lokt, haar met list een of ander voordeel zoekt af te winnen. De jagers verschalken het wild. Bedotten — beet nemen is meer iemand in dwaling brengen ten einde zich vroolijk over hem te maken, of om er voordeel van te trekken.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
bedriegen
bedriegen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: be-drie-gen
1. niet eerlijk zijn
♢ ik vertrouw hem nooit meer, hij heeft mij bedrogen met dat verhaal
2. niet trouw zijn aan je partner
♢ die vrouw bedriegt haar man met een ander
3. iets anders doen dan men van je verwacht
♢ hij bedriegt zijn baas door uren te zitten wordfeuden
4. een misleidende voorstelling geven of krijgen
♢ als mijn ogen mij niet bedriegen heeft Ajax verloren
1. de wereld wil bedrogen worden
[mensen laten zich steeds opnieuw beetnemen]
Onregelmatig werkwoord: be-drie-gen
ik bedrieg
jij/u bedriegt
hij/zij bedriegt
wij/zij/jullie bedriegen
ik/jij/u/hij/zij bedroog
wij/zij/jullie bedrogen
hij heeft bedrogen
de/het/een bedrogen ....
Synoniemen
bedonderen, beetnemen, belazeren, besodemieteren, misleiden, verneuken