Wat is de betekenis van Bedriegen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bedriegen

bedriegen - Werkwoord 1. (ov) iemand met kwade opzet in de waan brengen, misleiden De handelaar bedroog zijn klanten. 2. (ov) ontrouw zijn aan De ontrouwe man bedroog zijn echtgenote. 3. bedrogen uitkomen: je krijgt niet wat je verachtte...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bedriegen

bedriegen - onregelmatig werkwoord uitspraak: be-drie-gen 1. niet eerlijk zijn ♢ ik vertrouw hem nooit meer, hij heeft mij bedrogen met dat verhaal 2. niet trouw zijn aan je partner ♢ die vrouw...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bedriegen

- zich bedriegen, zich vergissen.- als ik me niet bedrieg, als ik me niet vergis, ik geloof dat.

2024-04-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

bedriegen

bedriegen - ontrouw zijn, overspel plegen.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bedriegen

v., bidrage, bidraeije, bififelje, bifûfelje, bilazerje, bimiterje, birûgelje, bidonderje, bislanterje, bislinterje, bisjachelje, bis(l)eiferje, biskite, bisnjitte, bisoalje, bitrekke, (bi)gûchelje, forgûchelje, forlakke, forrifelje, ynpakke, loere, lompe, smouzje, smousjasse; iem. —, immen in loer draeij...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedriegen

(bedroog, heeft bedrogen), 1. (met een pers. als onderw.) (iem.) door list of leugen in dwaling doen verkeren en daarvan te zijnen nadele gebruik maken, hem misleiden; — (spr.) schijn bedriegt, de schijn doet zich anders (mooier) voor dan de werkelijkheid; — hij hangt van liegen en bedriegen aan elkander, hij is niet te ve...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bedriegen

bedroog, h. bedrogen (misleiden, bedrog plegen): liegen en bedriegen; als mijn geheugen mij niet bedriegt; spreekw. Schijn bedriegt, is anders dan de werkelijkheid; zich bedriegen, zich vergissen; zich in iem. zich iem. voorgesteld hebben anders dan hij is (inz. ongunstig); in zijn verwachtingen bedrogen worden (of: uitkomen), teleurgesteld worden;...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bedriegen

(bə’dri:gən) (bedroog, bedrogen; heeft bedrogen) [Mned. droch, leugen] 1. door leugen, list enz. in dwaling brengen : schurken -. Syn. → bedotten. 2. misleiden : schijn bedriegt; bedrogen uitkomen; zich bedrogen zien; de bedrogen bedrieger. → gierigheid. 3. verleiden : een meisje -. 4, teleurstellen : in zijn verwachting bedrogen...