bedriegen
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
bedriegen - Werkwoord 1. (ov) iemand met kwade opzet in de waan brengen, misleiden ♢ De handelaar bedroog zijn klanten. 2. (ov) ontrouw zijn aan ♢ De ontrouwe man bedroog zijn echtgenote. 3. bedrogen uitkomen: je krijgt niet wat je verachtte...
Muiswerk Educatief (2017)
bedriegen - onregelmatig werkwoord uitspraak: be-drie-gen 1. niet eerlijk zijn ♢ ik vertrouw hem nooit meer, hij heeft mij bedrogen met dat verhaal 2. niet trouw zijn aan je partner ♢ die vrouw...
Peter Bakema (2003)
- zich bedriegen, zich vergissen.- als ik me niet bedrieg, als ik me niet vergis, ik geloof dat.
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., bidrage, bidraeije, bififelje, bifûfelje, bilazerje, bimiterje, birûgelje, bidonderje, bislanterje, bislinterje, bisjachelje, bis(l)eiferje, biskite, bisnjitte, bisoalje, bitrekke, (bi)gûchelje, forgûchelje, forlakke, forrifelje, ynpakke, loere, lompe, smouzje, smousjasse; iem. —, immen in loer draeij...
Van Dale Uitgevers (1950)
(bedroog, heeft bedrogen), 1. (met een pers. als onderw.) (iem.) door list of leugen in dwaling doen verkeren en daarvan te zijnen nadele gebruik maken, hem misleiden; — (spr.) schijn bedriegt, de schijn doet zich anders (mooier) voor dan de werkelijkheid; — hij hangt van liegen en bedriegen aan elkander, hij is niet te ve...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: