Synoniemen zoeken
Synoniem van verkopen
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
verkopen
verkopen - iets tegen betaling verschaffen. Het woord kan een meewerkend voorwerp bij zich hebben: 'iemand iets verkopen'. Een handelaar doet iets van de hand; een bedrijf stoot een dochteronderneming of voorraden af. Bij deze uitdrukking ontbreekt een meewerkend voorwerp, evenals bij aan de man brengen. Dumpen gebeurt met goederen die ver onder de marktprijs worden verkocht. Het woord overdoen wordt gebruikt als men iets niet-beroepshalve verkoopt. Bij aansmeren en aanpraten, en bij de uitdrukkingen (iemand) in de maag splitsen en (iemand ) in de maag stoppen is er sprake van listige verkooppraat, of een prijs die veel te hoog is, dan wel van een artikel waaraan de koper eigenlijk niets heeft. Belgen gebruiken hier het woord opsolferen. Ondershands verkopen wordt ook uit de hand verkopen genoemd; wanneer de verkoper de oorspronkelijke eigenaar is, wordt er uit de eerste hand verkocht, anders uit de tweede hand. In kleine hoeveelheden verkopen heet slijten; op grote schaal verkopen is afzetten: 'we zetten onze produkten ook af in België en Frankrijk'. Te gelde maken is: verkopen voor geld, dat wil zeggen niet voor ruilgoederen. Activa worden gerealiseerd. In verpatsen ligt afkeuring besloten. Stiekem iets verpatsen voor een te lage prijs heet versjacheren of verkwanselen. Het verkopen van drugs heet dealen. Wie iets op een veiling verkoopt, brengt het onder de hamer. Poffen is: iets op krediet verkopen.
Zie: geven; verstrekken.

Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)

Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Verkopen
Spreekwoord(en):
• vraag de waard maar naar zijn wijn, hij zal beslist de beste zijn

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
verkopen
verkopen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ver-ko-pen
1. het aan een ander geven in ruil voor geld
♢ hij heeft zijn auto aan Arie verkocht
1. nee verkopen
[zeggen dat je het niet hebt]
2. hij weet zijn plannen goed te verkopen
[aantrekkelijk voor te stellen]
3. men moet de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
[geen geld uitgeven voordat je het verdiend hebt]
Onregelmatig werkwoord: ver-ko-pen
ik verkoop
jij/u verkoopt
hij/zij verkoopt
wij/zij/jullie verkopen
ik/jij/u/hij/zij verkocht
wij/zij/jullie verkochten
hij heeft verkocht
de/het/een verkochte ....
Synoniemen
afzetten, omzetten, verhandelen
Tegenstellingen
kopen