Synoniemen zoeken
Synoniem van bedrag
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
bedrag
bedrag - hoeveelheid geld. Synoniemen: som, geldsom, stuiver (zonder meervoud). Formeel: penningen. Een vergoeding of bonificatie dient als tegenprestatie voor gebrachte offers in tijd of geld, of voor geleden nadeel. Een tegemoetkoming is een gedeeltelijke vergoeding voor gemaakte kosten. Smartegeld betaalt men voor toegebracht letsel of immateriële schade; een schadeloosstelling of indemniteit vergoedt geleden nadeel. Het gezamenlijke bedrag van afzonderlijke posten in een bundel rekeningen noemt men de hoofdsom. Een rond bedrag dat ineens wordt betaald, en bijvoorbeeld niet in termijnen, wordt aangeduid met lump sum. Geleende bedragen zijn leningen (zie aldaar). Het bedrag waarmee een lening wordt afgelost, heet aflossing. Voor persoonlijke diensten, bijvoorbeeld van een kelner, betaalt men als aanvulling op het eigenlijke honorarium een fooi, tip of (in België) drinkgeld. Een jodenfooi is karig; baksjiesj geeft men onder andere in Arabische landen. (Zie verder: bedieningsgeld.) Eregeld wordt iemand uitgekeerd op grond van grote persoonlijke, artistieke (enzovoort) verdiensten. Het totale bedrag dat men gedurende een bepaalde periode ontvangt of pleegt te ontvangen (loon, schenking, uitkering en dergelijke) is inkomen. (Zie verder: inkomsten.) Het arbeidsinkomen wordt verworven door arbeid. Als cadeautje, fooi of bijverdienste dient het douceurtje. Een toelage wordt periodiek uitgekeerd voor levensonderhoud, bijvoorbeeld door iemands ouders of door een mecenas. Vier soorten toelagen zijn: jaargeld, maandgeld, weekgeld (enzovoort): jaarlijks, maandelijks, wekelijks (enzovoort) uitgekeerde toelage; een apanage wordt door een staat gegeven aan niet-regerende leden van een vorstenhuis; een studietoelage, studiebeurs of beurs is een toelage van de overheid of van een particuliere instelling voor studenten, promovendi of leerlingen; het bedrag hoeft niet of slechts gedeeltelijk te worden terugbetaald; en als vierde het stipendium, een toelage voor studiedoeleinden. Na somma (van ...) volgt een specificerende bepaling. Bij verkoop van een produkt houdt men, nadat inkoopsprijs en kosten zijn afgetrokken, winst over. (Zie verder: voordeel.) De opbrengst is het bedrag waarvoor iets wordt verkocht. Aan de hoogste bieder bij een veiling bij opbod wordt, wanneer deze wordt gevolgd door bieden bij afslag, strijkgeld, plokgeld, plukgeld, pluk of trekgeld uitgekeerd. Met een afkoopsom koopt men iets af. Het totale bedrag van de nominale waarde van de uitgegeven aandelen bij onder andere een naamloze vennootschap is het aandelenkapitaal. Te vorderen bedragen heten tegoeden; een actief of (alleen meervoud) activa heet een tegoed voor een koopman of bankhouder; een rekeninghouder heeft credit. Passief heet het bedrag dat een bedrijf anderen verschuldigd is. Annuïteit betekent: gelijkblijvend, jaarlijks te betalen bedrag dat uit een geleidelijk dalend rentedeel en een geleidelijk stijgend aflossingsdeel bestaat. Een toeslag betaal je extra, boven het normale bedrag; op vrachtprijzen van schepen wordt wegens congestie in een bepaalde haven congestietoeslag of surcharge geheven. Wat men aan een ander verschuldigd is, heet schuld (zie aldaar). Door het betalen van premie, assurantiepremie, assurantie of verzekeringspremie verzekert men zich voor ongevallen en dergelijke. Nadat de credittelling is verminderd met de debettelling blijft een saldo of slot over. Is het voordelig, dan heet het een batig saldo of batig slot; een nadelig saldo noem je ook een nadelig slot. Een klein bedrag noemt men bagatel of grijpstuiver. Iemand stelt zich borg tegen betaling van borgsom, waarborgsom, borgtocht, borgstelling, borg of cautie. Een erfpachter betaalt periodiek een canon of erfpachtcanon aan de eigenaar, jaarlijks wordt uit de staatskas een civiele lijst toegekend aan het staatshoofd, om in zijn onderhoud
en dat van zijn familie te voorzien. Contributie betaalt iemand periodiek in ruil voor het lidmaatschap van een vereniging. Men leent voor een bepaalde periode tegen rente een deposito of vast tegoed aan een bank. Dwangsommen worden bij vonnis vastgesteld; de veroordeelde verbeurt dit bedrag zo vaak of zo lang hij niet voldoet aan de veroordeling. Voor het mogen plaatsen van een caravan en dergelijke op een kampeerterrein, of een kraam op een markt, betaalt men staangeld, plaatsgeld, stageld of standgeld; voor een marktkraam marktgeld. In afwachting van een bepaalde som krijgt men alvast een voorschot betaald, dat handgeld heet als er sprake is van een bezegeling van een overeenkomst. Men verwerft zich rechten, bijvoorbeeld een functie of een plaats in een tehuis door een inkoopsom te betalen. Bij een bank of een spel leg je een inleg of inbreng in; bij een spel een inleggeld, inzet of mise; een inleggeld bij een kansspel heet bank. Een groot bedrag heet kapitaal; vlottend kapitaal dat in een bedrijf beschikbaar is om de zaak te drijven, is bedrijfskapitaal of werkkapitaal. Voor een koopsom, koopprijs, aankoopsom of (in meervoud) kooppenningen koopt men een kostbaar goed, bijvoorbeeld een huis.
Zie verder: dividend; geld; munt; post ; prijs; rente; uitkering.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Bedrag
De hoegrootheid van eene som. Bedrag is de juiste som; beloop haar vermoedelijk bedrag.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
bedrag
bedrag - zelfstandig naamwoord
uitspraak: be-drag
1. een hoeveelheid geld
♢ ik kocht dit schilderij voor een bedrag van 200 euro
Zelfstandig naamwoord: be-drag
het bedrag
de bedragen