bedrag
bedrag - Zelfstandignaamwoord 1. som geld, geldsom ♢ Ik heb een aanzienlijk bedrag op mijn rekening staan.
Wiktionary (2019)
bedrag - Zelfstandignaamwoord 1. som geld, geldsom ♢ Ik heb een aanzienlijk bedrag op mijn rekening staan.
Muiswerk Educatief (2017)
bedrag - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-drag 1. een hoeveelheid geld ♢ ik kocht dit schilderij voor een bedrag van 200 euro Zelfstandig naamwoord: be-drag het bedrag de bedragen...
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. beloop, hoegrootheid van een geldsom ; tot een bedrag van, ten bedrage van ; 2. (-en), geldsom : ik zal u dit bedrag per postwissel overmaken; er zijn grote bedragen voor uitgetrokken.
M. J. Koenen's (1937)
o. bedragen (1 het beloop van een geldsom; 2 geldsom): 1. tot een bedrag, ten bedrage van; 2. het bedrag per postwissel sturen.
Jozef Verschueren (1930)
(bedrach) o. (-en) 1. Eig. hoegrootheid van een geldsom : tot een van, ten -e van ƒ 100. Syn. beloop. 2. Metn. geldsom : ik zal u het per postwissel sturen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-en), 1. grootte van een geldsom: tot een bedrag van, ten bedrage van; 2. geldsom: ik zal u dit bedrag per postwissel overmaken; er zijn grote bedragen voor uitgetrokken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: