Wat is de betekenis van bedrag?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bedrag

bedrag - Zelfstandignaamwoord 1. som geld, geldsom Ik heb een aanzienlijk bedrag op mijn rekening staan.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bedrag

bedrag - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-drag 1. een hoeveelheid geld ♢ ik kocht dit schilderij voor een bedrag van 200 euro Zelfstandig naamwoord: be-drag het bedrag de bedragen...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

bedrag

geldsom; waarde.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bedrag

s.n., bidrach (it); het is geen groot —, it is de hiele wrâld, alle wrâld net.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedrag

o., 1. beloop, hoegrootheid van een geldsom ; tot een bedrag van, ten bedrage van ; 2. (-en), geldsom : ik zal u dit bedrag per postwissel overmaken; er zijn grote bedragen voor uitgetrokken.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bedrag

o. bedragen (1 het beloop van een geldsom; 2 geldsom): 1. tot een bedrag, ten bedrage van; 2. het bedrag per postwissel sturen.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bedrag

(bedrach) o. (-en) 1. Eig. hoegrootheid van een geldsom : tot een van, ten -e van ƒ 100. Syn. beloop. 2. Metn. geldsom : ik zal u het per postwissel sturen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bedrag

o. (-en), 1. grootte van een geldsom: tot een bedrag van, ten bedrage van; 2. geldsom: ik zal u dit bedrag per postwissel overmaken; er zijn grote bedragen voor uitgetrokken.