Synoniemen zoeken
Synoniem van uitkering
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
uitkering
uitkering - bedrag (anders dan loon) waarop iemand aanspraak maakt krachtens een overeenkomst of op grond van een bijzondere prestatie. Uit een vermogen geeft men een geestelijke een prebende of beneficium. Een bonus is een buitengewone uitkering boven het loon van een werknemer of boven het dividend van aandeelhouders; een agiobonus bestaat uit contanten of aandelen en komt ten laste van de agioreserve. Gedurende de eerste veertig dagen van werkloosheid heeft men krachtens de Werkloosheidswet recht op wachtgeld. Iemand die een of meer kinderen verzorgt, krijgt kinderbijslag. De Invaliditeitswet heeft ervoor gezorgd dat wezen wezenrente ontvangen. Een lijfrente is een periodieke uitkering die iemand ontvangt gedurende de rest van zijn leven of dat van een bepaalde andere persoon, bijvoorbeeld krachtens een overeenkomst of een wilsbeschikking. Bejaarden en ex-werknemers of nabestaanden van ex-werknemers hebben recht op pensioen. Een pensioen is ook: een aflopende uitkering aan onder anderen niet-herkozen Kamerleden. Wat Nederlanders een ouderdomspensioen noemen, voor bejaarde ex-werknemers, heet in België rustgeld. AOW of bodempensioen is het pensioen dat men ontvangt krachtens de Algemene Ouderdomswet.
Zie: steun.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
uitkering
uitkering - zelfstandig naamwoord
uitspraak: uit-ke-ring
1. geld dat je krijgt omdat je daar recht op hebt
♢ hij krijgt een uitkering van de sociale dienst
1. uitkeringstrekker
[iemand die een uitkering ontvangt]
Zelfstandig naamwoord: uit-ke-ring
de uitkering
de uitkeringen
het uitkerinkje
Tegenstellingen
premie