Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

top

betekenis & definitie

(de, -pen), (i.h.b.:) bovenste deel van suikerriethalm, gebruikt als bibit( ) voor ongeslachtelijke voortplanting. Men plant het riet( ) voort, door het bovenste schot (het topeinde) af te kappen, en het in verband in regte voren te leggen, welke men dwars over de bedden ( ) langs eene lijn heeft laten delven.

Het te verplanten schot of stuk riet, dat men van het topeinde afgehakt heeft, is gemeenlijk van 1 tot 1 ½ en 2 ½ voeten lang, welk stuk riet men top noemt (Teenstra 1835 I: 199; oudste vindpl.).-Etym.: In AN kan t. o.m. het bovenste gedeelte van een gewas i.h.a. betekenen (zie WNT 1960).
-: top of the count (de), aanduiding bij bingo voor het getal 75, d.i. het hoogste.
- Etym.: E, lett. ‘hoogste (waarde) van de telling’.