top
(zelfstandig naamwoord) bovenzijde, bovenkant; (tafel)blad
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Marc De Coster (2020-2024)
1) (1940+) (oorspr. jeugd) erg goed, geweldig. Ook als adjectief: 'een toppe gast'. • En we krijgen nog gratis koffie ook. Top? (Willy van der Heide: Wilde sport om een nummerbord. 1957) • ‘Ik geef je drie kwartjes het stuk,’ zei ik. ‘Top!’ riep de haantjesman en gaf me de definitieve handdreun. (Joop Waasdorp:...
Wiktionary (2019)
top - Zelfstandignaamwoord 1. hoogste punt, (bovenste) uiteinde 2. grootst mogelijke, hoogst bereikbare (topsnelheid, topsport) ♢ het enige wat top was aan de [[topmanager|topmanager]] was zijn [[topsalaris|topsalaris]] 3. (bedrijfskunde) de leiding van een bedrijf, de directeu...
Muiswerk Educatief (2017)
top - woorddeel, zelfstandig naamwoord 1. hoogste, belangrijkste, beste, etc. ♢ het was weer topdrukte in de stad 1. het hoogste punt ♢ we hadden de top van de berg bereikt 1. v...
drs. Toine van Hoof (2017)
Beste score van alle paren in een lijn op een spel in een parenwedstrijd. Een paar dat een ‘top’ (in de noord-zuid of oost-west lijn) behaalt, krijgt hiervoor twee punten maal het aantal andere paren dat het spel in dezelfde lijn heeft gespeeld. De tegenstanders van dat paar scoren op het spel nul punten (een nul). Gerbuikelijk is een zeer goede sc...
Marc De Coster (2017)
Top - afk. van topconferentie, bijgewoond door afgevaardigden van grote landen of mogendheden: de top in Genève.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: