Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

slecht

betekenis & definitie

bn., (i.h.b.:) niet overeenkomstig ide (vermeende) normen van Nederlanders: of blanken i.h.a. (m.b.t. enige uiterlijke kenmerken van Creolen); i.h.b.: slecht haar = kroeshaar; een slechte kleur een donkere (huids)kleur. Je haar was slecht haar, omdat het kroes was (Dobru 1969: 34).

- Zie ook: goed, verbeteren.
-: slechte droom (de, -dromen), nare droom; onheilspellende droom. Ze zeiden ook dat ik dat kon nagaan omdat ik slechte dromen kreeg. Ik droomde o.a. dat ik met mijn oma en een kennis van haar op een begraafplaats was. Die mensen zijn dood (Wooding 375).
- Etym.: Vgl. E bad dream (bad = slecht; dream = droom).
- Zie ook: goede en schone droom.