Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

dood

betekenis & definitie

bn., (ook:) uitgeschakeld, uitgerangeerd, van het toneel verdwenen. Corrie, weet je hoe ik, jaar in jaar uit, dacht dat ik een oude man was, dat ik dood was? (Vianen 1972: 84).

Lachmon is dood = L. is nergens meer; het was de kreet na zijn verkiezingsnederlaag in november 1973. Etym.: Vgl. S dede = dood, ook in deze SN bet.- : de dood, zeskantige vlieger (féfiprinta), zwart met een doodshoofd erop. Opm.: Zie voor de namen van de andere vliegers fefiprinta.