Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

dienst

betekenis & definitie

(i.h.b.:)

1. (de), overheidsdienst. Hiertoe is een procedure in studie, waarbij ten behoeve van ambtenaren die naar de particuliere sector overgaan een overgangsperiode van bijv. een jaar in acht wordt genomen, alvorens het ontslag ingaat. Neijenhorst illustreerde dit met het voorbeeld van iemand die per september 1983 met ontslag gaat. Men verlaat dan nu al [september 1982] de dienst maar blijft nog een jaar in het genot van zowel de primaireals de secundaire voorzieningen (WS 11-9-1982).
2. (de, -en), dienstmeisje. Overdag heb ik een dienst en een tuinman, die de boel hier netjes houden (Slagveer 1968b: 25).
- Etym.: (2) vermoedelijk ontstaan als afkorting van ‘dienstmeid’.
- Syn. van 2 bediende, meid (2).