Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Met de Franse slag

betekenis & definitie

niet degelijk, niet grondig, onnauwkeurig, slordig en half. In de 17de en 18de eeuw was de uitdrukking bekend als term in de rijkunst.

Vgl. Van Effen, Speet. 1, bl. 30: „Wy leiden ’er de Fransche slag eens over, en lieten hem de hielen van onze ruintjes zien”; bl. 56: „Ik ben tegenwoordig bezig met een Tractaatje te schryven over de Konst van een Sweep wèl te handelen, beneffens een nauwkeurige beschryvinge van een nieuwe Fransche slag, die ik zelf heb uitgevonden;” bl. 80: „Dat je maar een broddelaar bent, en de Fransche slag niet eens weet ter degen te slaan”; Bartelink, Beemst. Kermis (1774), bl. 3: „Men hoort (op een paardenmarkt) den Franschen zweepslag kletsen, door vaardig slingeren, terwijl de kooplien zwetsen”; E. Wolff, Walcheren (1769), bl. 198: „Jan slaat den Franschen slag en doet het (zeker span) lustig springen”. Onder een Franse slag zal men dus een bepaalde slag met een lange zweep moeten verstaan, wellicht een die los en zwierig is; vandaar kon met de Franse slag de betekenis aannemen van: op losse, zwierige wijze; luchtig, niet degelijk. Gewest, in Z.-Nederl. ’t heeft van de kletse gehad of gekregen.