Op de Waddeneilanden (in de 19de eeuw ook elders in het land) gaan jongens langs de deuren, lawaai makend en schreeuwend: ‘Zijn hier nog stoute kinderen?’ Ze slaan met ijzeren kettingen op deuren, wat een ‘wild geraas’ geeft.
Enerzijds zijn in de rituelen mogelijk overblijfselen van voorchristelijke inwijdingsriten te herkennen, anderzijds is er sprake van imponeergedrag en partnerwerving onder bescherming van het masker. De volgende bijzonderheden doen daar vooral aan denken:
-de leeftijdsgrens van de jongens;
-het tentoonstellen van ongehuwde vrouwen;
-het recht van ‘Omes’ om jongedochters thuis te brengen.
Ameland In het weekeinde vóór 5 december vieren de eilandbewoners het ‘gewone’ sinterklaasfeest. Op 4 december begint het feest Sunneklaas: dan gaan de jongens van twaalf tot achttien jaar, en op 5 december de mannen boven de achttien jaar, gehuld in beddenlakens. Met getoeter op buffelhorens of oude koehoorns (een eeuwenoud gebruik om overvloed en zegen af te roepen)
en knuppels vegen ze de baan tussen vijf en zeven uur. Ze jagen alle meisjes, vrouwen en jongens onder de achttien naar binnen. Daarna verkleden ze zich als vrouw, met witte lappen voor het gezicht met gaten erin. In deze pauze hebben vrouwen en meisjes de mogelijkheid om naar de ‘open huizen’ te gaan. Om acht uur komen de ‘Omes’ op straat. Komen twee groepen elkaar tegen, dan schudden ze elkaar ritueel stevig de handen (‘voesten’ genaamd), waarbij getracht wordt jongens onder de leeftijd (achttien jaar) te ontmaskeren.
Daarna gaan ze de open huizen binnen en dwingen de vrouwen respect af: meisjes die de ‘Omes’ willen bekijken, worden gesommeerd over stokken te springen of tot dansen gedwongen. De ‘Omes’ moeten daarbij onbekend blijven. Ook na het feest zal niemand weten wie wie was: de pakken worden gewassen of vernietigd.
Een aardige anekdote vermeldt Fuchs: in 1955 moesten er nieuwe buffelhorens komen, omdat vele versleten waren door het intensieve gebruik. In Nederland waren die echter moeilijk te verkrijgen. Missionaris De Jong (neef van kardinaal De Jong) en zelf afkomstig van Ameland, stuurde buffelhorens vanuit West-Afrika naar het eiland, zodat het feest op de oude lawaaierige manier kon doorgaan.
L. Janssen suggereert dat dit spel te maken heeft met de situatie vroeger: omdat de mannen wekenlang op zee waren en de vrouwen alleen het gezin bestierden, moesten de mannen op 5 december de vrouwen even laten voelen wie er werkelijk de baas waren door hun respect af te dwingen en hen voor zich te laten dansen. Door zich ook zelf aan bepaalde vaste regels te houden garandeerden ze borg te staan voor orde, zeden en welzijn van de gemeenschap.
Schiermonnikoog De mannen gaan gemaskerd en wonderlijk toegetakeld als Klozem (= Klaas-oom), veel lawaai makend met toeters van buffelhorens, overal langs. Er is geen vaste datum voor het feest. In elk geval vindt het niet plaats in het weekeinde, omdat men er geen buitenstaanders bij wil.
Terschelling De mannen verkleden zich op 6 december als Sunderums of Sindrawn. De kostuums maken ze van alles wat het eiland oplevert: heide, duinhelm, stro, schelpen en kippenveren. Ze bezoeken familie en kennissen, maar verdraaien hun stem zo, dat niemand hen herkent.
Texel Op 12 december vieren de Texelaars Sunderklaas. ’s Middags gaan de kinderen en ’s avonds de volwassenen vermomd de straat op. Het masker heet een ‘grim’. Ze ‘speulen’, dat wil zeggen ze nemen in gedichten, liedjes of sketches Texelse gebeurtenissen op de hak. Lange tijd was er sprake van Nieuwe en Ouwe Sunderklaas: ‘Nieuwe’ was het speulen door jonge mannen op 5 december. Zij gingen de huizen in en na elven volgde dan de ontmaskering.
Ouwe Sunderklaas viert men op 12 december vooral op straat. De verklaring voor deze twee data is mogelijk het octaaffeest van Sint-Nicolaas: hij was voor Texel als visserseiland een belangrijke heilige. Zoals vaker in de rooms-katholieke traditie duurde het feest acht dagen. Het begin van dit octaaf was op 5 december, de afsluiting op 12 december.
In Oudeschild bliezen de kinderen op Sunderklaas al om zes uur ‘s morgens op koehoorns om iedereen wakker te maken. ’s Middags vond de verkleedoptocht plaats en om zes uur ’s avonds kwamen de ‘streetfegers’: ‘een soort duivels, die met kettingen en bezems iedereen van de straat joegen’. De jonge mannen met een zak over hun hoofd bliezen ook op de koehoorns. Kregen ze een ouder kind dat hen uitdaagde, te pakken, dan sloegen ze zo’n jongen bont en blauw, tenzij de blaag wist te ontkomen naar het kerkhof: daar was je als kind veilig.
Op 12 december begint ’s avonds het verkleedfeest van de volwassenen. Men verkleedt en vermomt zichzelf zodanig dat niemand een ander kan herkennen. Zo kan men elk huis, tot dat van de burgemeester aan toe, binnenkomen en de act uitvoeren. Daarna wordt getrakteerd op kruutboltjes, pepermoppen, duivekater, taaitaai en Jantjes-van-Gaayen. Tegenwoordig gebeurt het ‘speule’ in huis alleen nog in De Cocksdorp; elders wordt op straat gespeeld. Men probeert erachter te komen wie er in het pak steekt. Om 12 uur is het demasqué in het café.
Het is niet duidelijk hoe lang Sunderklaas al gevierd wordt. In 1789 noemde Pieter van Cuyck het niet in zijn publicatie over de belangrijkste vermaken en gebruiken op Texel. R. van Ginkel stelt dat het mogelijk in of kort na de Franse tijd is ontstaan. In 1816 verbood de burgemeester het feest vanwege de vermommingen ‘zelfs die de Gedaante van Beesten hebben’. Maar of het hier de verkleedpartijen betrof of het feest zelf met de bijkomende baldadigheden is niet duidelijk. Ondanks dit verbod bleef men Sunderklaas door de jaren heen in ruimere of geringere mate vieren.
Tegenwoordig ligt het accent meer op maatschappijkritiek, liefst op Texelse gebeurtenissen, dan op het verkleden alleen. Verder wordt er veel gedronken en gedanst en nemen nogal wat Texelaars de huwelijkse trouw wat minder serieus niet voor niets heet Sunderklaas onder kenners een ‘ventielzede’.
Sinds ongeveer 1955 wordt op de vijfde het ‘gewone’ sinterklaasfeest (pakjesavond) gevierd en op de twaalfde Sunderklaas. De kinderen zetten op 5 december een mandje neer. Die vult Sinterklaas, maar hij verstopt ook in en om het huis cadeautjes. De kinderen moeten die op de ochtend van 6 december (‘soekertjesdag’) vinden. Vroeger kon de plaatselijke kinderschrik de ‘Druupneus’ het snoep of het geschenk weer afpakken als kinderen ’s avonds nog op straat rondliepen of als ze niet lief waren.
Vlieland Op Vlieland heet het feest ‘Omkleden’.
Overal waar Sunderklazen, Klozems of Omes de huizen binnengaan, staat een witje of bruintje (borreltje) voor de speulers klaar. → Twente → Wilde Jacht De Boer e.a., 1995; Dekker, 1865; Fuchs e.a., 1971; Van Ginkel, 1995; Ter Gouw, z.j.; Van de Graft, 1978; De Jager, 1981; Janssen, 1993; Mezger, 1993; Van der Molen, 1961; Petersen, 2008; Werumeus Buning, 1955